Duik 591 (Den Osse Nieuwe Kerkweg, 18 maart 2015, 20.00u)
Het is al een paar dagen flink aan het waaien uit het noordoosten,
voor onze woensdagavond duik kiezen Goof en ik er toch voor om
naar het Grevelingenmeer af te reizen. We hopen maar dat de wind
het zicht niet al te veel heeft verminderd.
We hebben voor Aquashot Regio Noord-Brabant nog een opdrachtje
uit te werken, het thema is “bloemdieren”. Die denken we te gaan
vinden bij de Nieuwe Kerkweg, bovendien hebben we geen zin om
alweer rond de reefballs bij Dreischor te hangen. Het onderwaterleven
is nog steeds niet heel uitbundig en dan heeft de Nieuwe Kerkweg
toch meer onze voorkeur.
Het is de hele dag al mistig, de zon heeft zich niet laten zien vandaag.
Gisteren en eergisteren waren mooie lentedagen en dat went snel.
Vanavond voelt het dan ook waterkoud aan. Maar wij laten ons niet
uit het veld slaan en spreken gewoon weer op de gebruikelijke plaats
af en rijden van daaruit samen richting Zeeland. Onze flessen zitten
vol, dus van te voren vullen is niet nodig.
Als we de parkeerplaats oprijden zien we dat er een toiletgebouw met
kleedruimte in aanbouw is. Er wordt hier dus serieus gewerkt aan de
faciliteiten. Het is eenzelfde gebouwtje als we afgelopen weekend ook
zagen bij duikstek Kattendijke. Een mooie ontwikkeling, hopelijk
blijven die voorzieningen ook een beetje netjes op de drukke dagen.
Het is toch net wat luxer dan zo’n plastic Dixie, maar ook hier zal de
hygiëne afhangen van het gedrag van de gebruikers en het
schoonmaak regime. Maar in de basis een goede ontwikkeling,
hopelijk worden er nog aanrijdbeveiligingen aangebracht rond de
palen van het plat dak, want anders voorzie ik vervelende situaties op
drukke dagen. Het zou toch lullig zijn als die staanders er onderuit
gereden worden!
De parkeerplaats is verder helemaal verlaten en we kleden ons snel
om, maar niet voordat ik toch even over de dijk heb gekeken. Het
golft wat, want zoals verwacht staat de wind vol op de kant. Hoe het
zicht zal zijn, blijft altijd een verrassing. We rekenen voor de zekerheid
maar nergens op.
Eenmaal bij het water aangekomen, blijkt het allemaal reuze mee te
vallen. We kunnen de bodem gewoon zien. Dat geeft de burger moed
en dus vertrekken we met goede zin richting het diepere gedeelte
achter de oude zeedijk. Onderweg er naartoe valt het me op dat er
zeer regelmatig kleine langwerpige visjes van ongeveer twee
centimeter lang in de waterkolom zwemmen. Ik weet niet precies wat
voor soort het is, wellicht jonge paling? Jonge puitalen of
botervissen? Wie zal het zeggen, ik weet het helaas niet. Maar het is
zeker leuk om te zien.
Zeedruifjes drijven ook langs als gevolg van de lichte stroming vanuit
het oosten. Ik probeer er voor de verandering maar weer eens één op
de foto te zetten, maar zoals altijd wil dat niet echt lukken. Kwalletjes
fotograferen is niet mijn ding, dat is wel zeker. Ik duik door en duik
over de oude zeedijk naar een meter of zeven diepte en ga op zoek
naar zeeanjelieren of weduweroosjes. Helaas is het aantal hier maar
zeer beperkt en dat valt me eigenlijk zwaar tegen. Uiteindelijk vind ik
wel een acceptabel model en probeer er een origineel plaatje uit te
persen. Het wil echter niet echt lukken zoals ik het graag zou willen.
Maar dat hoort bij experimenteren.
Enkele kreeften lopen los rond en ik zie wat kleine krabben op en
tussen de oesters. Grondels liggen voor dood op het zand en echt
mooie exemplaren zitten er ook niet tussen. Het voelt nog steeds een
beetje kaal aan onder water, het mag nu toch echt eens lente worden.
Als ik bij de reefballs aankom, besluit ik er een paar van binnen te
inspecteren. Vorig jaar zat hier nog een flink exemplaar van een
snotolf met nest, maar ik kan nu niets ontdekken.
Ik vind een krabje wat erg fotogeniek op een stukje oester met
kolonievormende zakpijpen zit en probeer het mooi vast te leggen. Op
de terugweg vind ik de zeedahlia en maak daar ook nog wat foto’s,
het is bijna een gewoonte geworden en echt origineel is het allemaal
niet natuurlijk. Toch heeft zo’n grote kleurige anemoon altijd een
bepaalde aantrekkingskracht.
Dan valt mijn oog op een grote zeedonderpad en besluit om zijn
rugvin te gaan fotograferen. Hij of zij blijft rustig liggen, maar ik kan
er eigenlijk niet goed genoeg bij. Het biedt wel kansen om dit een
volgende keer nog eens te proberen. Als ik op mijn computer kijk, zie
ik dat het water zeven graden Celsius is en dat ik al weer dik in de
zeventig minuten aan het duiken ben. Ik kan dus merken dat het
water langzaam maar zeker weer een beetje opwarmt.
Net voordat ik weer het ondiepe deel bereik, zie ik nog een flinke
Noordzeekrab die hoog op zijn poten onderweg is. Ik heb geen idee
waarheen, maar het ziet er zelfverzekerd uit! Na een uur en twintig
minuten steek ik mijn hoofd weer boven water en ben mooi bij de
steiger uitgekomen. Goof ligt ook al onder de steiger en maakt nog
wat foto’s. Ik besluit alvast richting de auto te lopen, hij zal zo wel
volgen.
Als alle spullen weer in de auto liggen, genieten we nog even van de
door Goof meegebrachte soep. Die smaakt prima en warmt ons weer
een beetje op. De gure wind is er nog steeds, dus dat beetje extra
warmte is fijn. We hebben ons allebei goed vermaakt onder water,
ondanks het ontbreken aan echte hoogtepunten. Maar we hebben
goede hoop dat de lente toch echt in aantocht is!
Max. diepte 7.5m, temp. 7gr.C., zicht 5m, duikduur 81min. |
| |