ZIERIKZEE – De duikgebieden in Zeeland zijn redelijk veilig. Volgens F. van der Vegte van de Nederlandse Onderwatersport Bond (NOB) gebeuren er hier geen noemenswaardig grote aantallen ongelukken. De medewerker van de NOB-veiligheidscommissie hoopt volgend jaar met cijfers te komen om die ervaring te kunnen staven.
Van der Vegte is betrokken bij de Duikongevallen Statistiek en Analyse. Binnen deze DOSA wordt sinds vorig jaar door tien duikorganisaties wereldwijd samengewerkt voor de registratie van ongelukken met duikers. Het eerste jaarverslag van de organisatie laat 76 meldingen van ongevallen en incidenten zien met sportduikers. Daarbij waren in totaal 96 duikers betrokken, van wie negen met dodelijke afloop. Vier van die doden waren in Nederland te betreuren, de andere vijf betreffen Nederlanders die in het buitenland het leven lieten tijdens uitoefening van hun sport.
In 2002 werden er zes duikdoden, 42 ongevallen en 17 incidenten (zonder noodzakelijke medische hulpverlening)geregistreerd. Een goede vergelijking tussen beide jaren gaat echter mank, benadrukt Van der Vegte. De cijfers over 2002 betreffen louter een vastlegging van de NOB-werkgroep ongevallenregistratie en missen de gegevens van de andere organisaties. Op basis van de huidige registratiemethode is het volgens Van der Vegte nog niet mogelijk in kaart te brengen wáár de ongelukken zich hebben voorgedaan. Binnen de DOSA wordt er wel naar gestreefd die verfijning volgend jaar aan te brengen. In een later stadium zouden die gegevens kunnen worden vertaald naar een risico-kaart. Complicerende factor in dat verband is dat dan ook duidelijk moet zijn hoeveel duiken op die locaties worden gemaakt, zodat de cijfers in juiste proporties kunnen worden gezien. Op een drukke plaats is de kans op ongelukken nu eenmaal groter, legt de veiligheidsfunctionaris van de bond uit.
Nationaliteit
Een andere verfijning die de DOSA volgend jaar wil aanbrengen, is het meenemen van de nationaliteit van de onfortuinlijke duikers in Nederland. Bij veel ongelukken in Zeeland zijn Belgen betrokken. Dat valt deels te verklaren omdat zij, meer dan hun Nederlandse collega’s, grotere diepten zoeken en niet altijd even secuur rekening houden met de gevaren van sterke stroming.
Anderzijds is het ook zo dat met een onevenredig groot aantal Belgen logischerwijs ook de kans op ongelukken in die hoek groter is.
Van der Vegte gaat er vanuit dat alle dodelijke ongevallen bij de DOSA bekend zijn. Daarnaast schat hij dat zo’n tachtig procent van de ongevallen met medische hulp eveneens officieel wordt gemeld. Het exacte percentage incidenten ligt volgens hem in de praktijk beduidend hoger dan het huidige aantal meldingen. ,,Veel duikers redeneren dat hun avontuur toch goed is afgelopen, dus waarom zouden ze dat melden. Ons doel is juist ook die categorie meer in beeld te krijgen, zodat we de aard van die incidenten beter kunnen analyseren. Van iedere noodopstijging of afdrijving kunnen anderen leren: wat ging er fout en hoe valt dat te voorkomen.’’
Op de situatie in Zeeland, één van de drukste duikgebieden van het land, valt volgens de bondsfunctionaris weinig af te dingen. ,,Wanneer mensen zich goed realiseren dat ze als beginner niet in de Oosterschelde of Noordzee moeten zijn, is Zeeland een veilig gebied. De Grevelingen is bij uitstek een locatie waar de eerste kneepjes in het buitenwater op een verantwoorde manier kunnen worden bijgebracht.”
Decompressietanks
De ziekenhuizen in de omgeving zijn naar zijn indruk goed voorbereid op duikongevallen. Het realiseren van speciale voorzieningen als decompressietanks in Zeeland is onnodig, aldus Van der Vegte. Duikers die een dergelijke behandeling moeten ondergaan, lopen geen extra risico wanneer ze daarvoor eerst naar Antwerpen danwel naar Den Helder moeten worden gebracht, stelt hij.
Ook de vaste aanwezigheid van zuurstofkoffers nabij drukke duiklocaties, acht Van der Vegte overbodig. Duikclubs zijn zelf verplicht zo’n set mee te nemen bij groepsduiken en de meeste duikcentra hebben er ook staan. ,,Je vindt op drukke punten langs de weg toch ook niet overal EHBO-kisten?
Naar schatting zijn Nederlandse sportduikers vorig jaar samen 480.000 keer onder water geweest. Wanneer dat aantal wordt vergeleken met de 76 geregistreerde ongevallen en incidenten, redeneert Van der Vegte, dan gaat er dus “slechts” anderhalf keer op tienduizend duiken iets mis. Zijn conclusie is dan ook dat duiken in vergelijking met andere sporten veilig is. ,,Het gevaarlijkste voor de duiker is nog altijd het stuk dat hij met zo’n auto naar de duikplaats moet rijden.”
De tien bij de DOSA aangesloten organisaties maken gebruik van een standaard meldingsformulier voor duikongevallen. Het formulier kan via http://www.onderwatersport.org van het internet worden gehaald, of worden aangevraagd bij het secretariaat van de DOSA in Utrecht.
bron PZCKees Bosman
navigator@multiweb.nl
Gebeuren er niet te veel ongeleuken met Duiken. Ik duik zelf niet, maar als ik zo uwsite bekijk gebeuren er veel. Mijn jongens duiken ook,maar maak me vaak ongerust. Bij elkaar blijfen en op tekens letten, maar nooit alleen dan kan er niets gebeuren Pa.
Maar dat ongeluk bij de sluis, terweil er mensen op de kan staan vind ik wel een beetje vreemt.
Vriendelijke groet uit Akersloot bij het Alkmaarder.