Bij de brug aangekomen kijk ik even bij het water en spreek nog twee duikers aan. Zicht is niet best maar wel te doen is het antwoord. Oke, klaar maken erin denk ik, want ik ben er nu toch. Ik besluit gelijk te gaan kijken bij de oostelijk tentjes. De eerste vier meter zakken is het zicht paar decimeter maar vanaf de vijf meter is het inderdaad wel te doen met iets tussen de 0,5 en 1,0 meter. Ik struin de tentjes een voor een af, maar veel stof en ook best veel andere duikers. Geen idee waar hier de paardjes zitten. Er zouden er 3 of 4 moeten zitten, maar we hebben ze nog nooit gevonden. Na twintig besluit ik naar mijn eigen zeepaardje te gaan, die ik een paar weken zelf heb gevonden. Ik laat me zakken naar elf meter en duik naar het westen en ander zijde van de brug. Met mate zicht duurt het wel even voor ik het tentje heb gevonden, maar bij de vierde poging duik ik er bijna tegenaan. Onze kleine vriend zit diep wegverscholen tussen de sponsjes in het midden van het tentje. Ik ben alleen en er komen ook geen duikers langs dus ik kan op mijn gemak kijken en af en toe een foto maken als hij even tussen de stokjes door te zien is. Ik krijg maar weinig kanzen, maar ben best wel tevreden met een paar plaatjes. Op een foto lijkt hij zelfs een kreeftje te hebben gevangen om te eten, maar zeker weten doe ik het niet. De kreeftjes zitten overal op dus misschien ook op zeepaardenbekkies. Alweer anderhalf uur na de kentering als ik terug duik naar de trap. Langs de pijler stroomt het best pittig, maar wanneer gelijk oversteek naar de dijk is het allemaal prima te doen. Ondanks het zeer matige zicht heb ik me prima vermaakt en de 30 mm is zeker een goede aanwinst. Volgende week mischien weer terug met Marielle. |
| |