Na de eerste duik eet ik mijn boterhammen op en vul in mijn fles weer opnieuw. Ik wil nog een druftduik maken vanaf de verre trap terug naar de trap onder de brug. Ik ben nog wel behoorlijk nat van het dichtritsfoutje van de eerste duik, maar echt koud is het niet. Als ik de trap afloopt is het water bruinig en troebel. Hopelijk is het dieper denk ik als ik me laat zakken. Het zicht is inderdaad heel slecht, nog geen 30 cm, maar als ik beneden de 3,5 meter kom klaart het snel op en loopt het zicht op naar een meter of drie. Ik laat me met de stroming meedrijven richting het oosten. Het gaat hard, want we zitten rond springtij, maar het is niet oncomfortabel. Ik zie veel meer ruwe wratslakken dan onder de pijlers. Mooi moment als ik een tijdje duik in een enorme school van allemaal kleine visjes. Geen idee welk soort. Ik geniet van de plaatselijk mooie begroeing en kom nog een paar noordzeekrabben tegen. Na 45 minuten zit om acht meter en zie ik een tweetal bekende grote rotsblokken. Vervolgens wat sepiastokken en de de eerste zeebaarzen, die over de bodem snuffelen. Niet veel later doemen de schaduwen van de pijlers op. Ik probeer hier nog tussen door te duiken, dat gaat naar buiten heel moeizaam door de sterke stroming. Achter de luwte van de meest oostelijk pijler blijf ik even hangen. Bekijk nog wat sepiastokken, die helemaal vol met wier zitten en dan duik ik loodrecht richting de kant. Bijna 70 min het is weer mooi geweest. Lekker driftduikje met prima zicht. De ondiepe modderstrook is hier niet aanwezig tussen het japans bessenwier. |
| |