Vandaag weer eens bij Scharendijke kijken. We gaan te water bij het huisje. In eerste instantie ziet het er prima uit. Water is acht graden en we hebben ruim drie meter zicht. Als we bij het oude wrakje aan komen neem het zicht drastisch af. Ook wordt het allemaal heel melkerig. Jammer, maar we struinen langzaam door. Op het einde van het wrakje zit nog een penseelkrab, die door Mariëlle op de foto wordt gezet. We zakken verder en zien diverse Noordzeekrabben, een aantal botervisje en diverse garnalen. Hoe dieper we komen hoe rotter het zicht is. Rond de 14 meter is het nog maar een paar decimeter. Onze hoop was nog een slakdolfje te vinden, maar dat wordt wel heel lastig. Langzaam stijgen we weer wat en rond de 8 meter is het met een meter zicht wel weer redelijk te doen. Het leven is minimaal, duidelijk winter aan het worden. Marielle geeft na 45 minuten de camera over en gaat het water uit. Ik ga ondiep verder. Op een 3,5 meter is het zicht weer een paar meter en is het heerlijk duiken. Talloze groene wierslakken vragen om gefotografeerd te worden. Ik ga nog twintig minuten met onze groene vrienden aan de slag, waarna ik er bij de steiger weer uit kom. Volgende keer kunnen we hopelijk weer naar de Oosterschelde en zit het tij mee, zodat we weer bij de Zeelandbrug te water kunnen. |
| |