Vrij vroeg het water in en dat was ook wel te merken aan de stroming toen we op de rand van de slakken waren (15,5 m). Er stond flinke stroming, maar het was te doen. Zicht viel mee tussen de 1 en 1,5 meter. We zijn richting het oosten gegaan. Op de vlakte diverse zeenaalden, mooi gekleurde blauwtipjes, slib-, schelp-, en gewone kokerwormen. Verder opvallend veel mosdiertjes en hydroidpoliepen. Veel botervisjes, grote wulken en kleine sepia die zich probeerde in te graven. Nog niet eerder zoveel haringgraad en visdraad gezien (misschien komt dit doordat we eerder nooit zo diep doken bij de brug). Via de oostzijde weer omhoog. Het verbaasde ons dat het zand tot een diepte van 4 tot 5 meter door liep. Plaatselijk troffen we ook weer plaatsen met klei aan. Ondiep tussen rotsen door zwommen diverse harders. Laatste stukje richting de nieuwe trap. Deze is erg handig. Zelf met laagwater heb je hier veel aan. |
| |