Eerste week van april en vandaag wordt een flink windje verwacht met een ZW6, dus de standaard noordzijde van de Oosterschelde gaat het niet worden. Ik besluit dat het weer eens tijd wordt om te gaan groothoeken bij de wrakjes die bij het Kabbelaarsrif liggen. Als ik me omkleed begint het te regenen. Ik schiet snel op en loop binnen 20 minuten naar het water. Er zijn nog twee duikers op de parkeerplaats, die naar de Serpent gaan. Ik ben vandaag alleen, dus dan is de Serpent niet zo’n slim idee. Ik focus me vandaag de andere wrakjes. Ik ga de het trappetje af en zak af naar ruim elf meter en zet koers naar de Rat. Het duurt even voor ik er ben en ik begin een beetje te twijfelen of ik wel goed zit, maar dan kruis ik de stroomkabel en dan weet ik dat ik goed zit. Even later ben ik bij de Rat. De Rat ligt rond de twaalf meter en het is helaas behoorlijk stoffig. Ik doe mijn best op de foto’s, maar tis moeilijk zo diep, geen zon en dus heel weinig licht. Er zit veel stof in het water, vermoedelijk door de harde wind. Als na 25 minuten de duikers van de Serpent bij de Rat komen besluit ik gelijk richting het wrak De Zeehond te gaan. Hier heb ik iets meer licht, omdat het wrak op een kleine 10 meter ligt. Wrakje is mooi begroeit met zeedraad en er omheen zwemmen duizenden oorkwallen. Ook hier weer veel stof, maar wel een meter of vier zicht. ik maak weer wat foto's. maar het ziet er het scherm al stoffig uit. Jammer, maar tsi wat het is. Als de duikers weer verschijnen zwem ik weer door en scharrel nog even over de rifbollen. Vervolgens nog even via het oefenponton om te kijken of de gehoornde slijmvis nog steeds in een van de palen woont. Helaas is het er niet meer. Ik zwem vervolgens richting de kant en 67 minuten kom ik exact bij de trap weer boven. Bij de auto spreek ik de duikers nog even. Het bleek de 100ste duik te zijn, dus moest iets speciaals worden. Leuk hoor! Het gaat weer regenen en ik ga snel de auto in en eet mijn boterhammen en een soepje. Op naar duik II, Het Gemaal van Dreischor. |
| |