Het is lekker weer en we besluiten weer eens een kijkje te nemen bij de Zeelandbrug. De
sepia’s zijn er nog niet gelukkig, dus het is nog acceptabel druk. We zien diverse bekende
‘brugduikers’ terwijl we de flessen aftoppen. We kleden ons aan en wandelen op mijn gemak
richting de tweede trap. Hier is het lekker rustig en ze zijn de enige die hier nu te water gaan.
Mijn knie houd het goed, maar merk wel dat deze wandeling met 35 kg op de rug toch wel
fors is. Als we te water gaan komen we in een enorm bos van Japansbessenwier terecht. We
moeten aardig uitzwemmen voor we we buiten dit wier zitten. Als we zakken zien we direct
wat harlekijnslakken te aardig aan de maat zijn en de blauwzwart achtige verkleuring hebben.
We duiken steeds dieper richting het tweede rif op twaalf meter. De begroeiing is fraai,
diverse zeeabrikozen, zuurstokzakpijpjes, zeespinnenetjes en duizenden pauwkokerwormen.
De nemertijnen zijn druk bezig om wat aan de overbevolking te gaan doen. We slaan af
richting het oosten en gaan wat ondieper omdat we er bij de eerste trap weer uitwillen
komen. Onderweg weinig speciaals, veel hydroid en uitbundige begroeing. De paarse
kokerwormen, die we eerder in grootte getallen zagen, zijn momenteel een stuk minder
talrijk. Diverse jonge botervis, een botervis etende krabben. Ik zie nog een mooie grote witte
zeedahlia. Marielle geeft aan dat de flitser vandaag niet z’n dag heeft. Hij blijft maar rood
knipperen en laad op een of ander manier niet door. Jammer, thuis maar eens kijken.
Misschien zijn de batterijen aan de oude kant denk ik. Ik ruim 35 min duiken concludeer is dat
ik tevreden met mijn nieuwe plaklenzen
(+2.5). Ik zie tenminste weer wat ik aan het doen ben en ook fijn dat ik mijn kompas weer kan
aflezen. Twee weken terug wat het heel vervelend duuiken. Richting de trap wordt het zicht
steeds stoffiger. We gaan even boven water kijken en zien dat we nog een 40-tal meter verder
moeten en duiken nog even onder. Na 75 minuten weer bij de trap. Met laagwater en een knie
die niet helemaal top is, is het uit het water komen een lastige klus. Na wat getob sta ik weer
op de trap. Rustig richting de auto gewandeld en de spullen gelijk spoelen voordat we richting
huis rijden. Lekker hoeven dat thuis niet meer te doen. Nadat we ons boterham hebben
opgegeten rijden we richting huis. |
| |