Alweer voor de vierde maal op rij naar de brug. Vandaag is het best rustig. Er zijn maar
tien auto, waarvan vier Nederlandse kentekens, een Brit wat best bijzonder is en rest is
afkomstig van onze zuiderburen. De fles nog even aftoppen en dan loop ik binnen een
half uur naar het water. Ik neem de oosttrap onder de brug en laat mij rustig zakken en
duik tussen de pijler door. Het zicht is prima met zo'n drie meter. Het landschap
inmiddels erg voorspelbaar, wat ook voor het onderwaterleven geld. Paarse
kokerwormen, pauwkokerwormen en tweedraadkokerwormen in overvloed. Af en toe
een sepiaatje, botervis. Bij het rek tussen de 1-0 en 11 meter veel jonge vis. Ook aardig
wat brokkelsterren. Als ik om mijn gemak een paarse kokerworm aan het fotograferen
ben. komen er twee duikers heel dichtbij en gaan bijna bovenop me liggen. Waarom er
zijn honderdduizend en een paarsekokerwormen in de buurt. Ga weg asjeblieft.
Gelukkig vertrekken ze , maar de kokerwormen zijn ook vertrokken. Ik scharrel op mijn
gemak richting oost en komen diverse sepiastokken tegen. Ik weet dat er weer
zeepaardjes zijn, dus ik speur de stokken een voor een af. Helaas niets op naar de
volgende stokken. Met mijn lamp schijn ik de bamboestokken en ineens zie ik op de
grond een krom staartje. Wauw, wat leuk, door het lamplicht schrik het diertje op en
komt het wat overeind. ik kan hem nu goed zien. Diertje gaat gelijk zwemmen en hoger
zitten op een van de naastgelegen stokken. Gaaf hoor, ik doe mijn lamp uit en pak de
camera. Hopend op een goed schot. Ik mijn ogen zie ik de twee duikers weer komen.
Nee hè, denk ik. De duikers zwemmen ditmaal door. Blijkbaar denken ze dat ik weer bij
een paarse kokerworm lig. Ik moet even grinniken en concentreer me dan weer op het
diertje. Af en toe maak ik een foto en dan kijk ik weer een paar minuten hoe hij een
jaagt en eet. Tot driemaal toe zwem het zeepaardje naar een ander stokje. Steeds ben
ik te laat met het pakken en richten van de camera, maar wat maakt het uit. Na 40
minuten verlaat het zeepaardje en duik ik door. Ik kom weer wat kreeft tegen en een
noordzeekrab, Verder heel veel brokkelsterren. Hmm, denk ik, ik besluit om te keren en
terug te gaan naar het zeepaardje. Het is even zoeken, want hij zit nu helemaal aan de
andere zijde van het tentje. Ik blijf nog ruim tien minuten bij het beestje en dan besluit
ik er maar uit de gaan. Een duik van meer dan 100 minuten is lang zat. Het gestippelde
mosdierslakje waar ik op gehoopt had heb ik niet gevonden, maar het alternatief was
zeker net zo leuk |
| |