De telefoon gaat: mijn nieuwe droogpak is binnen. We zitten midden in de lockdown, de
winkels zijn dicht, maar gelukkig kan het pak wel afgehaald worden. Zo kan ik het jaar
toch afsluiten met een droogduikje. Op de valreep van 2021 kiezen we om een duik te
maken bij de Oesterdam. We wilden nog steeds een keer op zoek gaan naar de
zonneroos. Bij de duikstek is het met drie auto’s rustig. Ik hijs me in mijn nieuwe Santi-
emotion. Het pak zit als gegoten. Ik ben blij met het maatwerk, want de pasvorm is
duidelijk beter dan bij mijn vorige twee droogpakken. Alleen blijkt het borstventiel exact
achter de borstband van mijn jacket te vallen. Nooit over nagedacht. Ook mijn wanten
met lange schaften zitten in de weg. Deze wanten gaan binnenkort vervangen worden is
gelijk duidelijk. Tien minuten later zakken we onder, zwemmen eerst richting het zuiden
en slaan dan af naar oost. Pffff, wat een zicht, de eerste 2 meter gaan nog wel, maar dan
houden we een krappe meter over. Jammer, maar ik zit er wel lekker droog bij denk ik.
We duiken een meter uit elkaar en screenen de bodem af naar de zonneroos. We zien
niets bijzonders, wat grondels, slibanemonen, zeeanjelieren, een eenzame harlekijn en
heel veel stof. Met dit zicht gaat de zonneroos missie wel een klus worden. We hadden
natuurlijk beter naar Dreischor kunnen gaan, want daar heb je momenteel meters zicht
denk ik. Na 15 minuten zoeken heb ik best wel spijt dat we voor de Oesterdam hebben
gekozen. We zoeken stug door en na 20 minuten seint Mariëlle mij. Ik kijk wat ze heeft
gevonden, een verfomfaaide slibanemoon??? Hmmm, of is het toch iets anders. Zou het
toch een zonneroos zijn. Mariëlle maakt wat foto’s en ligt op een duidelijk herkenbare
plek, zodat ik zeker weet dat ik haar terug kan vinden. Ik duik wat verder door en na een
paar meter zie ik ineens wat we zochten. Een bosjes zonnerozen, twee grote
exemplaren van ruim 4 cm en vier kleintjes van circa 1 cm groot. Missie gelukt, ik duik
weer terug en zie Mariëlle al snel weer. Ik laat haar deze mooie bloemdieren zien en
hoop dat de foto’s een beetje gaan lukken in deze baggerbende. Na 5 minuten gaat het
duimpje omhoog. Ik maak het gebaar of we nog even naar het ponton zullen gaan
duiken. Mariëlle knikt, we laten ons zakken naar een meter of tien en duiken richting het
westen. Ik zit af en toe flink te klooien met het riempje van mijn jacket wat exact over
mijn inflatorknop loopt. Vreselijk onhandig om in te drukken, moet hier thuis eens goed
naar kijken. We duiken over het slik en we komen het en der wat stokken tegen, maar
het is allemaal niet veel soeps. We zouden toch echt al bij het ponton moeten zijn. Ik kijk
Mariëlle aan en die schudt nee en geeft aan dat we maar naar de kant moeten. Beetje
suf, we vinden wel een zonneroos van een paar centimeter en geen ponton dat meters
groot is. Als we na 46 minuten boven komen overleggen we even. Mariëlle vind het best,
missie gelukt en op naar de auto. Ik kan het niet hebben dat we het ponton niet konden
vinden en besluit om nog even uit te duiken. Een paar minuten later zie ik het zwarte
gevaar ineens opdoemen in de mist. Ik duik een rondje langs te reling en vind nog een
brede ringsprietslak. Ik wil een foto maken, maar zit helaas verschrikkelijk te tobben met
het scherpstellen en de flitser. Het wil maar niet lukken. Mijn handen zijn na 75 minuten
in het water van 5 graden behoorlijk fris, doordat de schaften steeds opengeduwd
worden en er vers water in loopt. Ik ben er helemaal klaar mee en duik in straf tempo
naar de trap. Bij de auto zit ik nog minuten lang te hannesen om de nog iets te krappe
nekseal (latex) weer over mijn hoofd te krijgen. Met mijn koude vingers heb ik niet heel
veel controle en gevoel. Wel weer heerlijk droog gedoken en zeven zonnetjes mogen
afvinken in onze laatste duik van het jaar. Op naar een droog 2021! |
| |