Sint Annaland is al dicht en de Zeelandbrug gaat eind deze maand
ook dicht, dus wordt het tijd eens wat andere stekken te gaan
verkennen. Vandaag dus naar de overkant, eens kijken bij Goese Sas.
Hier kon ik pas vier duikjes in mijn logboek vinden, waarvan de meest
recente alweer vier jaar geleden is. Op de duikstek aangekomen
verbazen we ons over de duiktrap en dan met name over de leuning.
Deze komt maar zo’n 10 cm bij het zand uit. Zijn de mensen aan de
zuidzijde van de Oosterschelde zo klein of heeft moeder natuur een
geintje uitgehaald. Gelukkig heb je de leuning niet nodig omdat je
hier in principe alleen met laag water duikt. Na onze verbazing
duiken we onder,de eerste anderhalve meter is het zicht heel slecht,
maar daar onder klaart het op en is het zicht tussen de anderhalf en
twee meter. Heerlijk om weer eens om te heen kunnen kijken. We
zwemmen rechtuit op diepte te maken en algauw vinden we diverse
Slankje waaijerslakjes. Voor een onderwaterfotograaf altijd een zeer
dankbaar slakje om te fotograferen. Het fotograferen gaat zonder
snoot makkelijk. Vorige duik ben ik hem verloren, dus voorlopig geen
getob meer met het richten van de snoot. Nadeel is wel dat alles wel
heel erg in het zonnetje wordt gezet. Langzaam zakken we verder en
komen op een meter of negen bij een verlaten sepiadorp. Over een
paar maanden zal het hier wel weer een drukte van jewelste zijn.
Vanaf de sepia-tentjes buigen we af richting het westen. Het rif is heel
mooi en gevarieerd. Onderweg heel veel massaspons, buisjesspons,
veel oprolkreeftjes, her en der een wulk met de karakteristieke
eikapsels. Mariëlle laat me nog een hele grote volkslak zien. Ik schat
dat deze een cm of 8 is. Helaas houdt de slak van verstoppertje spelen
zodat ik alleen zijn kop kan fotograferen. We komen nog een blonde
grondel tegen, die er behoorlijk versuft bij hangt. De
watertemperatuur van 5 graden zorgt dat de grondeltjes behoorlijk
traag zijn. Gelukkig zal de temperatuur binnenkort weer rap gaan
stijgen en zal het beestje wel weer wat meer pit krijgen. De stroming
begint behoorlijk toe te nemen en we keren om. De terug weg gaat
hard, echt heel hard en de stroming is nu meer de stevig. Veel harder
dan we bij ‘de brug’ gewend zijn. Of het aan het springtij ligt weet ik
niet, maar wel is duidelijk dat je hier netjes binnen het duikvenster
moet duiken. Het is in ieder geval leuk duiken aan de overkant, we
komen hier zeker wat vaker terug. |
| |