Het duikteam van de regionale brandweer is overbelast. Van de twaalf duikers zijn er nog acht over. Ze moeten het nog een half jaar uithouden. Dan wacht eindelijk de vurig gewenste uitbreiding met negen man en een vrouw.
Duiken. Heerlijk wegdromen richting de tropen. Romantische plaatjes van schitterende zeeën en vergezichten onder water. Vergeet het maar! Brandweerduiker Pieter van Vuuren schudt zijn hoofd. “Ik ken dat beeld, maar onze realiteit is totaal anders. Je kruipt door de modder, terwijl je geen steek voor de ogen ziet. Het water is koud en elk voorwerp dat je tegenkomt kan het slachtoffer zijn dat je zoekt. Het heeft niets meer met romantiek te maken.”
Van Vuuren is één van de acht overgebleven brandweerduikers in de Achterhoek. Het duikteam is sinds 1998 actief. In die vijf jaar zijn de eisen steeds strenger geworden. “Een goede zaak”, vindt coördinator Harry Sieben.
“Het draait om de veiligheid van de duikers, maar het zorgt wel weer voor extra druk op de ketel.” De duikers zijn vrijwillige brandweerlieden, maar ze moeten wel 300 effectieve duikminuten en tien oefenduiken per jaar maken. Daarnaast moet jaarlijks 70 uur geoefend worden als brandweerman.