Het Binnenvaartpolitiereglement is gewijzigd met ingang van 1 december 2004 Dit heeft gevolgen voor de scheepvaart, maar ook voor de sportduiker. Het Binnenvaartpolitiereglement geldt op alle openbare wateren, met uitzondering van: Boven-Rijn, Waal, Pannerdensch Kanaal, Neder-Rijn, Lek, Westerschelde, Kanaal van Gent naar Terneuzen, Eemsmonding en delen van de Gemeenschappelijke Maas. Op deze wateren zijn aparte reglementen van toepassing.
Voor het duiken vanaf een schip moesten we al een duikvlag voeren, dat is niet wezenlijk veranderd. Er dient voor gezorgd te worden dat de duikvlag duidelijk zichtbaar is. Hier zit ‘m de kneep. Een vlag die bij windstil weer slap hangt is niet duidelijk zichtbaar. Daarom is het toegestaan een replica van de duikvlag van onbuigzaam materiaal te tonen. Deze is altijd goed zichtbaar mits op voldoende hoogte getoond.
De grootte van een vlag is ook geregeld. Voor schepen dient de vlag minimaal 1×1 meter te zijn en natuurlijk schoon en niet verbleekt. Op kleine schepen (< 20 meter) mag een vlag van geringere afmetingen worden gebruikt die in verhouding staan tot de afmetingen van het kleine schip. De afmetingen van de vlag moeten in ieder geval zodanig zijn, dat een goede zichtbaarheid wordt verzekerd. Mini duikvlaggetjes zijn dus niet acceptabel.
’s Nachts moet de duikvlag verlicht zijn. Nieuw is verder dat de duikvlag nu ook vanaf de wal gevoerd mag worden. Als een duikvlag gevoerd wordt op de juiste wijze mag je verwachten dat de overige scheepvaart daar, voor zover redelijkerwijs mogelijk, rekening mee houdt. Dat rekening houden geldt echter alleen voor “schepen” waar een duikvlag wordt getoond en beperkt zich tot het minimaliseren van hinder en het voorkomen van schade door het verminderen van snelheid en het aanhouden van een veilige afstand.
De artikelen op een rij:
Artikel 3.38 Teken bij een duiker te water
1. Een schip dat gebruikt wordt bij het duiken moet, behalve de bij artikel 3.08, respectievelijk artikel 3.20 voorgeschreven tekens, als bijkomend teken voeren:
de internationale seinvlag ‘A’ dan wel een replica daarvan vervaardigd van niet buigzaam materiaal, op een zodanige hoogte en op een zodanige wijze dat deze van alle zijden zichtbaar is.
’s Nachts moet dit teken zodanig zijn verlicht, dat het duidelijk zichtbaar is.
2. Het bijkomende teken, bedoeld in het eerste lid, mag ook worden getoond bij duikwerkzaamheden die vanaf de wal worden uitgevoerd.
Artikel 3.03 Borden, vlaggen en wimpels
1. Voor zover niet anders wordt bepaald, moeten de borden en vlaggen die een schip ingevolge dit reglement moet voeren rechthoekig zijn.
2. Zij mogen niet vervuild en de kleuren mogen niet verbleekt zijn.
3. De afmetingen moeten tenminste als volgt zijn:
a. voor borden en vlaggen: een lengte en een hoogte van elk tenminste 1 m.;
b. voor wimpels: een lengte van tenminste 1 meter en een hoogte aan één zijde van tenminste 0,50 m.
4. In afwijking van het derde lid mogen voor kleine schepen voorwerpen van geringere afmetingen worden gebruikt die in verhouding staan tot de grootte van het kleine schip. De afmetingen moeten echter in ieder geval zodanig zijn, dat een goede zichtbaarheid wordt verzekerd.
Arikel 6.20 Hinderlijke waterbeweging
2. Een schip moet bij het voorbijvaren van een schip, een drijvend voorwerp of een drijvende inrichting, voerende de tekens bedoeld in artikel 3.29 of artikel 3.38, tijdig zijn snelheid verminderen, zoals bij de tweede volzin van het eerste lid wordt bepaald. Het moet voorts zover mogelijk daarvan verwijderd blijven.
Ook voor watersport zonder schip zijn een aantal regels opgenomen in het binnenvaartpolitiereglement. Zwemmen en duiken bij ligplaatsen, steigers, bruggen, in vaarweggedeelten bestemd voor de scheepvaart, enz. is verboden. Hier worden we geconfronteerd met een probleem. De Zeelandbrug is dus verboden gebied geworden. Een ontheffing of vrijstelling is volgens het reglement niet mogelijk. Duiken op pijler 1 en 2 aan de kant van Zierikzee zou dus niet meer kunnen. Gelukkig heeft de bevoegde autoriteit (Rijkswaterstaat) dit probleem erkend en is samen met de handhavers (waterpolitie) de afspraak gemaakt dat op deze plaats deze regel niet gehandhaafd zal worden voor wat betreft deze eerste twee pijlers.
Duiken in een vaarweggedeelte dat is bestemd voor de doorgaande scheepvaart is niet meer toegestaan. Probleem is echter dat een vaarweg niet is beperkt tot de bebakende of betonde wateren. Overal waar een (klein)schip kan varen is vaarweg volgens de letter van dit reglement. Waar kunnen we dan nog duiken ? Zeker niet in de bebakende of betonde vaarwateren ! Daarbuiten alleen op die plaatsen waar geen doorgaande scheepvaart is. Dat is iets wat je ter plaatse zelf zult moeten beoordelen. Plaats op dit soort duikstekken zeker een goed zichtbare duikvlag zodat je laat zien wat je aan het doen bent.
Ga je een evenement organiseren waarbij mensen in het water gaan dan zul je daarvoor tijdig toestemming moeten vragen aan de bevoegde autoriteit. Deze zal vaak voorwaarden stellen waaraan voldaan moet worden om het evenement zonder gevaar of hinder voor de overige scheepvaart te laten verlopen.
De artikelen op een rij:
Artikel 8.08 Watersport zonder schip
1. Een persoon die zwemt dan wel die op andere wijze watersport bedrijft zonder gebruik te maken van een schip moet voldoende afstand houden van een varend schip of een varend drijvend voorwerp dan wel van een drijvend werktuig in bedrijf.
2. Zwemmen, watersport zonder gebruik te maken van een schip en onderwatersport zijn verboden:
a. op een wachtplaats of in de onmiddellijke nabijheid van een brug, een sluis of een stuw;
b. in gedeelten van een vaarweg bestemd voor de doorgaande scheepvaart;
c. in routes van veerponten
d. in havens en nabij de ingangen daarvan
e. in de nabijheid van meergelegenheden;
f. in gebieden aangewezen voor snelvaren of waterskien;
g. in de door de bevoegde autoriteit aangewezen gebieden.
3. De bevoegde autoriteit kan vrijstelling of ontheffing verlenen van het tweede lid, onder b en g. Aan de vrijstelling of ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.
Artikel 1.01 Betekenis van enkele uitdrukkingen
D. Overige begrippen
5. vaarweg: elk voor het openbaar verkeer met schepen openstaand water;
6. vaarwater: gedeelte van een vaarweg dat feitelijk door de scheepvaart kan worden gebruikt;
Artikel 1.23 Melden van en toestemming voor evenementen
1. Het is verboden een sportevenement, een festiviteit of een ander evenement, waarbij een of meer schepen of drijvende voorwerpen zijn betrokken, dan wel werkzaamheden of een tewaterlating van een schip of een drijvend voorwerp op een vaarweg, te doen plaats hebben zonder dit tijdig tevoren bij de bevoegde autoriteit te melden.
2. Indien een gebeurtenis als bedoeld in het eerste lid de veiligheid of het vlotte verloop van de scheepvaart in gevaar kan brengen, is het verboden deze zonder toestemming van de bevoegde autoriteit te doen plaats hebben. Aan een toestemming kunnen voorschriften worden verbonden.
3. Het is verboden een evenement, waarbij zich personen anders dan op een schip te water bevinden en waardoor hinder of gevaar voor het scheepvaartverkeer kan ontstaan, zonder toestemming van de bevoegde autoriteit te doen plaatshebben. Aan een toestemming kunnen voorschriften worden verbonden.
Tot zover de meest in het oog springende wijzigingen van het binnenvaartpolitiereglement die direct betrekking hebben op het duiken. Ben je zelf schipper van een schip ? Duik dan zeker eens in de nieuwe regels, want er is veel meer veranderd en als schipper ben je verantwoordelijk voor de juiste naleving van de regels.
bron: nob