Als het aan de gemeenten Venray en Meerlo – Wanssum ligt, mag De Diepeling na de afgraving gebruikt worden om te duiken en te zeilen. Zwemmen en vissen blijft verboden in de waterplas. De recreatieve activiteiten mogen geen bedreiging vormen voor de zeldzame planten en dieren in het gebied.
Door de afgraving van zand en grind door het Gennepse bedrijf Teunesen ontstaat in 2007 een plas van ongeveer vijftig hectare tussen Oirlo (gemeente Venray) en Tienray (gemeente Meerlo-Wanssum). Beide gemeenten hebben een visie opgesteld over het toekomstig gebruik van De Diepeling, die als leidraad voor toekomstige plannen moet dienen.
De gemeenten stellen voorop dat ze vooral het “unieke” natuurgebied in de regio willen behouden. De streek wordt gekenmerkt door voedselarme plassen, een zomereiken- en berkenbroekbos, zeggenmoeras en kruidenrijk grasland. Rond de plas komen de kleine plevier, oeverzwaluw, geelgors, heikikker en das voor.
Venray en Meerlo-Wanssum vinden het belangrijk het natuurgebied te beschermen. Voor wandelaars kan een route rondom de plas worden aangelegd, eventueel met banken, picknicktafels en schuilhutten. Fietsen en paardrijden door het gebied is niet toegestaan, honden moeten aangelijnd blijven.
In de buurt zijn genoeg plassen, binnenbaden en vijvers, zodat het niet nodig is voorzieningen te scheppen om zwemmen en vissen mogelijk te maken. De gemeenten kunnen er wel mee instemmen dat in De Diepeling, die op plaatsen 25 meter diep is, gedoken wordt. Duiken is alleen toegestaan door leden van een vereniging, die er bovendien op toe moet zien dat niet stiekem gezwommen wordt.
Ook hebben Venray en Meerlo-Wanssum geen moeite met een zeilschool met een beperkt aantal boten. Er mag hooguit één aanlegsteiger in de plas komen. Kamperen is in de buurt van De Diepeling toegestaan, maar niet op het terrein zelf. De ontgronding van De Diepeling moet eind 2006 zijn afgerond. Vooruitlopend op de herinrichting van het terrein, dat eigendom van Teunesen is, moeten Venray en Meerlo-Wanssum de bestemmingsplannen aanpassen.
bron: De Gelderlander